![]() |
Panurus biarmicus, Baardmannertje, Bearded Tit ( mannetje) |
![]() |
Rietgors, Emberiza schoeniclus, Reed Bunting ( mannetje) |
Snor, Locustella luscinoides, Savi's Warbler
Groenling, Chloris chloris, Greenfinch
Blauwborst, Luscinia svecica,Bluethroat
Grutto, Limosa Limosa, Black-tailed Godwit ( vrouwtje)
Grutto, Limosa Limosa, Balck tailed Godwit ( vrouwtje)
Graspieper, Anthus pratensis, Meadow Pipit
Brandgans, Branta leucopsis, Barnacle Goose
Brandganzen in de vlucht
Ook deze keer weer aandacht voor meerdere soorten. In het vroege voorjaar zijn de vogels zeer actief en kun je ze goed waarnemen.
Het baardmannetje is een vrij algemene broedvogel van rietvelden in de lage delen van ons land. Je ziet ze niet echt veel maar ze laten zich wel goed zien hoog in de rietstengel. Een van de mooiste vogels van ons land. Het is een standvogel maar sommigen trekken in het najaar weg of zwerven wat rond buiten het broedgebied, maar dan wel altijd in waterrijke gebieden met voldoende riet.Ook de rietgors is een algemene broedvogel, maar de aantallen zijn aanzienlijk groter dan het baardmannetje en hun verspreidingsgebied is groter. Je ziet ze niet alleen in rietvelden maar ook in allerlei moerasachtige en waterrijke gebieden. Een deel vertrekt in het najaar. In de winter zijn hier ook veel rietgorzen uit het noorden van Europa. Omdat ze zich in najaar en winter echter redelijk onopvallend gedragen zie je ze dan weinig.
De snor is een vogel van laagveen moerassen in de lage delen van het land. Hij komt dus maar in een klein gedeelte van ons land voor en dan ook nog in kleinere aantallen. Hij overwintert in Afrika en komt terug vanaf medio april. Dit jaar was hij erg vroeg. Ik heb mijn eerste al op 31 maart gezien. Hij is niet gemakkelijk te herkennen omdat veel van de rietvogels ( kleine en grote karekiet, rietzanger en de snor) op elkaar lijken. Zijn geluid is echter zeer kenmerkend en als je die zeer lang aangehouden monotone triller een keer hebt gehoord vergeet je het niet meer.
De blauwborst hoort ook thuis in dit rijtje. Hij overwintert in Spanje/ Portugal en in West Afrika. Een prachtig wat verborgen levend vogeltje dat in deze tijd van het jaar goed te zien is omdat ze vaak vanuit een wat hoger punt luid zingen.
De groenling is ook een jaarvogel en is dus eigenlijk het geheel jaar vrijwel overal te zien. In de winter wordt de populatie nog aangevuld met vogels uit Noord Europa. Zij komen gemakkelijk op voedertafels.
De koning van de weidevogels is de grutto. Zij trekken weer weg uit hun “opvetgebieden” en vestigen zich in de broedgebieden waar je de prachtig baltsvluchten, compleet met allerlei acrobatische capriolen, kunt bewonderen. Binnenkort zijn er dus weer jonge grutto’s en dan zijn ze vrij fel om hun nest te verdedigen.
De graspieper is een algemene broedvogel van open vochtige gebieden zoals weidegebieden, vochtige heide en kwelders. De hoogste concentratie vind je in Zeeland en de noordelijke provincies. Zij overwinteren in Portugal/Spanje en Marokko, maar niet veel zuidelijker. Na het broedseizoen zie je ze vaak in groepjes die wat rondzwerven.
Tot slot nog de Brandgans. Hij heeft niets te maken met het voorjaar want het is een wintergast die binnenkort weer vertrekt naar de Noordelijke Toendra’s. Hij hoort een beetje in dit rijtje thuis omdat hij nu nog in grote aantallen aanwezig is (soms meer dan 50.000 exemplaren) in de weidegebieden waar ook de ander weidevogels nu zijn.
Steeds vaker blijven brandganzen ook in de zomer ons land. Aan de Friese IJsselmeerkust zie je ze ook broeden.